Twaalf jaar lang was Suze Valen werkzaam als oogarts. De precisie van het vak, de impact die ze had op haar patiënten en de dynamiek van de medische wereld hielden haar scherp. Maar gaandeweg groeide een onrust. "Het vak is prachtig, maar door de combinatie van mijn verschillende functies, was de werkdruk hoog. Dus stelde ik mezelf de vraag: wil ik dit nog doen tot mijn pensioen?" Die vraag bracht haar op een onverwachte koerswijziging: van oogarts naar bedrijfsarts in opleiding.
Zodra Suze Valen als jonge studente een oog bekijkt, is ze meteen verkocht. “Magisch. Dat is het woord dat me nu te binnen schiet. Ik wist direct dat ik oogarts wilde worden. Later in mijn werk als oogarts genoot ik er elke keer weer van om met microchirurgie een zo goed mogelijke functie van de ogen te bereiken.” Toch woog de liefde voor de oogheelkunde niet op tegen de werkdruk die het vak ook met zich mee kan brengen. “Oogartsen staan onder een enorme productiedruk,” legt Valen uit. “De vraag is groot en de wachttijden zijn lang, waardoor we voortdurend moeten balanceren tussen efficiëntie en kwaliteit. Je voelt de verantwoordelijkheid om iedereen op tijd te helpen.” Ook is de administratieve last toegenomen, wat de druk verder verhoogt. Naast haar werk als oogarts was Valen medisch manager van de maatschap. “Ik heb er altijd voor gezorgd dat het werk behapbaar bleef, maar ik wist ook dat ik dit niet nog 20 jaar kon volhouden.”
Moeilijke keuze om oogheelkunde te verlaten
Valen is altijd heel bewust bezig geweest met haar werk-privébalans. “Ik stond regelmatig stil bij de vraag of ik nog in balans was, ook op de lange termijn.” Volgens Valen is deze balans bewaken juist wat veel zorgverleners lastig vinden. “Je kiest voor de zorg omdat je mensen wilt helpen. De focus ligt vaak meer op anderen dan op jezelf en grenzen stellen is moeilijk. Het blijft een uitdaging om een gezonde balans te vinden tussen werk en privé. Het telkens bij mezelf inchecken en vragen: ‘past dit nog voor mij’, heeft me uiteindelijk geholpen bij de lastige keuze om de oogheelkunde te verlaten.” Het bewust bezig zijn met de werk-privébalans stimuleerde Valen om te kiezen voor het belang van gezond en duurzaam werken. Na twaalf jaar maakt ze de overstap van oogarts naar arboarts bij Arbo Unie. Valen mag de verkorte opleiding doen voor bedrijfsarts door haar registratie als oogarts. Over ruim twee jaar verwacht ze klaar te zijn.
“Je weet nooit wanneer je wordt gebeld.”
Als bedrijfsarts kijk je naar het grote plaatje
Vanuit haar eigen ervaring weet Valen hoe belangrijk het is dat iemand lekker in zijn vel zit. “Ik ben ervan overtuigd dat werk gezondmakend is. Mensen die thuis komen te zitten missen zingeving en sociaal contact. Als er ziekmakende componenten in het werk of de privésituatie zitten, moet je proberen die eruit te halen. Ik vind het heel leuk om samen met de werknemer te kijken naar wat er aan de hand is en wat er nodig is om iemand weer duurzaam inzetbaar te krijgen. In de bedrijfsgeneeskunde kijk je naar het grotere plaatje: hoe krijgen en houden we mensen gezond in hun werk? Als bedrijfsarts krijg je meer tijd voor patiënten en werk je ook preventief. Tijdens mijn opleiding tot basisarts was bedrijfsgeneeskunde nog een blinde vlek. Ik ben verbaasd hoe leuk en divers het is.” Valen is nu geen behandelaar meer, maar begeleider. Als ze later bedrijfsarts is, krijgt ze wel een aantekening binnen Arbo Unie als specialist op het gebied van oogheelkunde. “Dan kan ik advies geven aan mijn collega’s als zij mensen zien met een oogaandoening.”
Bevlogenheid versus burn-out
Valen ziet duidelijke verschillen in werkdruk tussen haar werk als oogarts en nu als arboarts. “In de oogheelkunde werden nog wel eens bijboekingen gedaan, zodat je meer mensen in dezelfde tijd moest zien. Nu heb ik minder afspraken op een dag en heb ik dus meer tijd voor een gesprek. Dat is ook wel nodig, want alle lagen van iemands leven moeten aan bod komen. Ik heb nu meer regie over mijn eigen agenda, meer autonomie en ik krijg bij Arbo Unie de ruimte om me persoonlijk te ontwikkelen. Dit helpt in je bevlogenheid en je werkplezier. Beide zijn beschermende factoren voor burn-out. Bevlogenheid is de tegenhanger van burn-out. Daarmee bedoel ik dat bevlogenheid aan het ene uiterste van het spectrum staat en burn-out aan het andere uiterste.” De meeste artsen beginnen bevlogen volgens Valen. “Maar bevlogenheid kun je ook kwijtraken als de omstandigheden veranderen. Bijvoorbeeld als je persoonlijkheid niet meer past in de organisatie, als de omgeving verandert of de sociale steun wegvalt. Als het te lang duurt voordat je dit signaleert, kun je een burn-out krijgen.”
Iedereen zoekt daarin naar een balans, maar hoe vind je die balans? “Dat is voor iedereen verschillend”, zegt Valen. “Het gaat bijvoorbeeld om stresshantering - hoeveel kun je aan? -, maar ook om energie: wat geeft energie en wat kost energie? En dat heeft weer te maken met welke hulpmiddelen je krijgt. Krijg je steun van jouw leidinggevende, heb je mogelijkheden om jezelf te ontwikkelen en voel je je verbonden met collega’s en met je werk?”
Meer aandacht voor overgangsklachten
Terugkijkend naar haar tijd als oogarts herkent Valen bij zichzelf en collega’s signalen van burn-out, veroorzaakt door lange wachtlijsten en een voortdurend verantwoordelijkheidsgevoel. De bereikbaarheidsdiensten spelen daar ook een rol in. “Je weet nooit wanneer je wordt gebeld. Het komt voor dat je ’s nachts uit bed wordt gebeld en de volgende dag weer gewoon moet werken. En dan maakt het ook uit waar je nog meer tijd aan wil besteden. Heb je kinderen? Ben je voorzitter van een sportclub? Hoeveel ballen moet je hooghouden? Sommige mensen kunnen 10 ballen hooghouden, anderen hebben moeite met drie. Dat is heel individueel bepaald. Zelf heb ik het idee dat ik vroeger wel 10 ballen hoog kon houden en nog energie over had, maar ik merk dat dat nu minder is. Dat kan komen door mijn leeftijd of misschien door de overgang. Overgangsklachten kunnen lijken op klachten bij overspannenheid. Daar is binnen de bedrijfsgeneeskunde nu meer aandacht voor.”
Er moet iets veranderen, anders gaat het weer mis
Er bestaan factoren die juist beschermen tegen burn-out én factoren die een burn-out in de hand kunnen werken. Valen: “Welke factoren dat zijn, is voor iedereen weer verschillend. Zo begeleidde ik bijvoorbeeld een vrouw die was uitgevallen door de combinatie van hoge werkdruk en een stressvolle privésituatie. Door vragen te stellen als ‘wie ben jij als persoon, wat speelt er in de thuissituatie, hoe gaat het op je werk en zit je daar op je plek?’, onderzoek je of het werk nog past of dat diegene beter iets anders kan gaan doen. De vrouw is binnen dezelfde organisatie op een andere locatie gaan werken en bloeide meteen helemaal op.” De meeste mensen willen graag terug in de functie waar ze vandaan kwamen. “Als je teruggaat naar een situatie waarin je eerder bent uitgevallen zonder dat er iets is veranderd, is de kans groot dat het opnieuw misgaat. Als je toch graag terug wilt, moet er iets veranderen: óf in de werkomgeving óf in jezelf. Mensen moeten vaak beter leren hun eigen grenzen te herkennen en die vervolgens durven te bespreken met hun leidinggevende. Welke aanpassingen zijn nodig zodat ik op de lange termijn beter in balans blijf? Ook is het belangrijk om eerlijk te durven kijken of een baan wel bij je past. Wil je straaljagerpiloot worden, maar heb je hoogtevrees die zelfs met training niet verdwijnt? Dan is een baan op de grond een betere keuze.”
Vraag een preventief consult aan
Als een collega uitvalt of daar tegenaan zit, is het belangrijk om belangstellend te zijn en steun te geven. “Iemand die in een burn-out raakt, voelt zich al schuldig genoeg dat zijn of haar collega’s het moeten opvangen als er niet direct een vervanger beschikbaar is. Contact houden door even op de koffie te komen kan iemand erg helpen.” Maar het beste is natuurlijk om een burn-out te voorkomen. “Wees alert op signalen van overbelasting. Als je merkt dat je structureel moe bent, prikkelbaar of geen plezier meer hebt in je werk, trek aan de bel. Wacht niet tot je lichaam je dwingt te stoppen. Als je twijfelt of een burn-out op de loer ligt, vraag een preventief consult aan met de arbodienst van jouw organisatie of je arbeidsongeschiktheidsverzekering als je niet in loondienst bent.”
Zien we Valen ooit nog terug als oogarts?
Valen heeft geen spijt van haar keuze voor de oogheelkunde. “Ik vind het nog steeds een heel mooi vak. Dat zal nooit veranderen. Toch weet ik dat het de juiste beslissing was voor mij om de oogheelkunde te verlaten. Ik vind het juist mooi dat ik nu mensen kan begeleiden om uitval te voorkomen. Daarnaast vind ik de brede kijk op gezondheid en de uitdagingen door nieuwe ziektebeelden ook zeer interessant.” Valens registratie als oogarts is geldig tot 2027, zien we haar nog eens terug als oogarts? Valen schiet in de lach: “Als ik richting burn-out wil, moet ik proberen al mijn registraties te houden. Dus nee, ik ben heel tevreden met hoe ik nu mijn werk invul.” Haar advies aan oogartsen om gezond en duurzaam aan het werk te blijven: “Reflecteer regelmatig op je energiegevers en -nemers en doe daar iets mee.”
Dit is Suze Valen Suze
Valen is een gedreven en nieuwsgierig persoon die altijd verder kijkt en nieuwe kennis wil opdoen. Ze werkte als oogarts bij het CWZ in Nijmegen en Spectrum Oogziekenhuis. Sinds september 2024 is zij werkzaam als bedrijfsarts in opleiding bij Arbo Unie. Valen zocht een nieuwe uitdaging en een betere balans tussen werk en privé. Zowel de uitdaging als de balans heeft ze gevonden in haar huidige baan.
Tips om gezond en duurzaam aan het werk te blijven
- Sta er regelmatig bij stil of je nog in balans bent en de werkdruk niet te hoog is.
- Probeer meer invloed te krijgen op je eigen agenda en werkuren.
- Bespreek werkdruk met leidinggevenden en collega’s.
- Plan een preventief consult bij een bedrijfsarts voor inzicht in je eigen gezondheid en werkdruk.
- Vraag hulp aan je collega’s, een vertrouwenspersoon, de arbodienst of een loopbaancoach als dat nodig is.