Bookmarking is available only for logged-in users.

Sign up Log in
De juiste oogzorg op de juiste plek
Oogheelkunde Sightline Magazine

Karin Voorn, Henk Veraart & Stefan Hartveldt

6 min read

In de wereld van de oogheelkunde gebeurt veel: nieuwe technieken, een toenemende vraag naar zorg en de uitdaging om patiënten op de juiste plek te helpen. Dit vraagt om een andere organisatie van zorg. Henk Veraart en Stefan Hartveldt, beiden oogarts bij het ETZ in Tilburg, en Karin Voorn, optometrist en eigenaar van Oogzorgpunt, vertellen over hun samenwerking in de oogzorg. Waarom was dit nodig? Hoe verloopt de samenwerking? En vooral: hoe ervaren patiënten dit?

 

Henk Veraart heeft zich gedurende zijn hele carrière ingezet voor de verbetering van oogzorg. “Ik ben al sinds het begin van mijn specialisatie bezig met de vraag hoe we de zorg efficiënter en toegankelijker kunnen maken”, zegt hij. “De samenwerking tussen huisartsen, optometristen en oogartsen heeft me altijd gefascineerd.” Sinds 2002 werkt hij aan de verbetering van de samenwerking tussen de eerste en tweede lijn binnen de oogheelkunde, met als doel de juiste zorg op de juiste plek te krijgen. Hij heeft ook hoofdstukken geschreven in het zorgpadenboek van CZ om de zorg slimmer te organiseren in Nederland. “Over anderhalf jaar ga ik met pensioen en dan hoop ik dat mijn nalatenschap wordt opgepakt. Ik wil jonge collega’s enthousiasmeren, zodat zij ook het belang inzien van deze manier van samenwerken.”

 

Stefan Hartveldt verdiepte zich tijdens zijn specialisatie al in de organisatie van zorg. Hij volgde een opleiding in zorgorganisatie en is geïnteresseerd in het verbeteren van de zorg door efficiënte samenwerking en het juiste gebruik van middelen. “De uitdaging is om de zorg toegankelijk te houden voor iedereen die het nodig heeft. Daarom ben ik arts geworden: om mensen beter te maken.”

 

Karin Voorn begon haar carrière als technisch oogheelkundig assistent (TOA) en heeft zich verder ontwikkeld tot optometrist. Ze werkte in verschillende ziekenhuizen, waaronder het ETZ, en besloot uiteindelijk om zelfstandig te worden. “Ik zag dat patiënten soms onnodig lang moesten wachten en dat sommige oogheelkundige problemen al in de eerste lijn konden worden opgelost. Dat motiveerde mij om Oogzorgpunt op te zetten, een oogheelkundige praktijk voor eerstelijnszorg.” Haar missie is om optometrie beter te positioneren binnen de oogheelkunde en de samenwerking tussen verschillende zorgdisciplines te versterken.

 

Hoe kwam deze samenwerking tot stand?

 “In 2020 is het project ‘Samendraads’ gestart, een samenwerking tussen zorgverzekeraars, het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis en huisartsenorganisatie PrimaCura”, vertelt Veraart. “De aanleiding hiervoor was de toenemende vraag naar oogzorg door de vergrijzing van de bevolking, terwijl het aantal zorgverleners niet in dezelfde mate toeneemt en de zorgkosten beheerst moeten worden. We verwachten een toename van patiënten met cataract, diabetische retinopathie, leeftijdgebonden maculadegeneratie en glaucoom. De wachttijden in de tweede lijn lopen al op en huisartsen kunnen niet altijd goed beoordelen wie moet worden doorverwezen naar de oogarts. Dit leidde tot de wens om de zorg efficiënter te organiseren en de samenwerking tussen de eerste en tweede lijn te verbeteren.” Voorn vult aan: “We ontdekten dat een groot deel van de patiënten met laagcomplexe oogklachten prima in de eerste lijn kan worden geholpen als je het beter organiseert. Het idee ontstond om optometristen een grotere rol te geven in het beoordelen van patiënten.”

 

Waarom kozen de oogartsen van ETZ voor Oogzorgpunt?

“We zochten een partner die dezelfde visie had op patiëntenzorg: toegankelijk, efficiënt en met een hoge kwaliteit”, zegt Veraart. “Oogzorgpunt voldeed aan deze eisen, omdat zij een onafhankelijke praktijk zijn en hoge kwaliteit leveren.” Een belangrijk aspect was dat Oogzorgpunt werkt zonder commerciële belangen. “We wilden absoluut voorkomen dat patiënten zich onder druk gezet voelen om bijvoorbeeld een bril te kopen bij dezelfde instantie waar ze hun zorg krijgen”, vult Hartveldt aan. “Bij Oogzorgpunt is dat goed geregeld: de focus ligt volledig op de medische kant van oogzorg.” Daarnaast speelde de ervaring en expertise van Oogzorgpunt een rol. “Ze hebben een professioneel team van optometristen met een bewezen staat van dienst”, zegt Veraart. “Dat gaf ons als oogartsen het vertrouwen om samen een duurzame samenwerking op te bouwen.” 

 

Welke patiënten kunnen naar de optometrist en welke naar de oogarts? 

Een belangrijk aspect van deze samenwerking is de juiste verdeling van patiënten. Hiervoor zijn verwijscriteria opgesteld. “Optometristen kunnen laagcomplexe oogklachten behandelen”, legt Voorn uit. “Denk aan kinderen vanaf acht jaar, glaucoomscreening bij een familiegeschiedenis, tranende ogen of een refractieprobleem waarbij de opticien geen passende oplossing biedt.” Andere voorbeelden van klachten die de optometrist kan behandelen zijn droge ogen, lichte ooglidontstekingen, beginnende staar zonder urgente klachten of controle na een stabiele eerdere diagnose van glaucoom. Ook preventieve controles bij risicogroepen, zoals mensen met diabetes, worden deels door optometristen uitgevoerd. Voorn: “Ongeveer 80% van de patiënten uit de eerste lijn hoeft niet te worden verwezen naar de oogarts.” Patiënten met complexe of acute klachten worden wel doorverwezen naar de oogarts. “Als er sprake is van netvliesproblemen, een verhoogd risico op ernstige aandoeningen zoals maculadegeneratie of gecompliceerde staar, dan gaat de patiënt rechtstreeks naar de tweede lijn”, zegt Veraart. “Ook wanneer de optometrist twijfelt over de ernst van een aandoening, wordt altijd overlegd met de oogarts. Voorbeelden van klachten die direct door de oogarts beoordeeld moeten worden, zijn een plotselinge achteruitgang van het zicht, een verdenking op een netvliesloslating, ernstige ooginfecties of glaucoom met een snelle progressie.

 

Hoe verloopt het verwijzen tussen huisarts, optometrist en oogarts? 

Het verwijzingssysteem is nauwkeurig afgestemd. “De huisarts ziet de patiënten als eerste”, zegt Hartveldt. “Bij eenvoudige oogklachten kan de huisarts de patiënt rechtstreeks naar de optometrist sturen, zonder tussenkomst van een oogarts.” Als de optometrist vermoedt dat specialistische zorg nodig is, overlegt deze direct met de oogarts. “Sinds enkele jaren mogen optometristen onder bepaalde voorwaarden direct doorverwijzen naar de oogarts, zonder dat de patiënt eerst terug hoeft naar de huisarts”, legt Voorn uit. “Dit bespaart tijd en voorkomt onnodige administratieve stappen. Bovendien zijn onze dossiers gekoppeld. Ook dat scheelt in de administratie.” Daarnaast werken de betrokken partijen met een terugkoppelingssysteem. “Als een huisarts een patiënt verwijst naar een optometrist en deze wordt alsnog doorgestuurd naar de oogarts, dan krijgt de huisarts hierover feedback”, zegt Veraart. “Zo blijft de huisarts op de hoogte en kunnen we gezamenlijk de doorverwijscriteria optimaliseren.” Hartveldt geeft aan dat in de kennis van de huisarts over oogheelkunde nog winst valt te behalen. “Helaas is oogheelkunde bij sommige faculteiten nog steeds geen verplicht vak, terwijl er zoveel patiënten op ons afkomen. Daarom worden veel cursussen voor huisartsen aangeboden, zowel regionaal als landelijk.”

 

“Het is de juiste zorg op de juiste plek."

 

Wat zijn merkbare verbeteringen in de patiëntenzorg? 

“Patiënten kunnen nu binnen vijf dagen bij Oogzorgpunt terecht. Dit betekent een snellere diagnose en passend advies aan de huisarts”, zegt Veraart. “Het verwijzen naar Oogzorgpunt in plaats van naar de oogarts is ook in nascholingen voor huisartsen onder de aandacht gebracht”, vult Voorn aan. De oogartsen merken dat huisartsen deze route steeds beter kennen. Hartveldt: “Huisartsen zien dat ze bij Oogzorgpunt adequate zorg van hoge kwaliteit krijgen.” Vanaf het begin ziet Voorn een flinke groei in verwijzingen naar Oogzorgpunt. “En dat stijgt nog ieder jaar”, zegt ze. Een ander voordeel van deze manier van werken is dat de kosten vaak lager zijn in de eerste lijn en dat het eigen risico van patiënten niet wordt aangesproken.

 

Hoe zijn de reacties van patiënten op deze zorgstructuur? 

“Patiënten reageren positief op de verbeteringen in de zorg”, zegt Voorn. “Ze waarderen de snelle toegang tot zorg, dat deze zorg geen eigen risico kost en dat ze niet naar het ziekenhuis hoeven.” “Het is de juiste zorg op de juiste plek”, vult Hartveldt aan. Voorn: “Als mensen toch naar de oogarts willen, proberen we ze eerst te overtuigen dat ze ook bij Oogzorgpunt goed worden behandeld.”

 

Zijn jullie onderweg tegen problemen aangelopen? 

Veraart: “Ja, dat zat vooral in het verwijstraject via ZorgDomein. Als een huisarts had verwezen naar een oogarts en wij stuurden die terug voor een verwijzing naar Oogzorgpunt, dan moest de huisarts opnieuw een verwijzing maken. Dat hebben we inmiddels opgelost.” Een ander aandachtspunt is de kwaliteit van optometristen. Hartveldt: “Door de vele nascholingen die we hebben gegeven, hebben we zicht op de optometristen met wie we graag samenwerken. We willen geen dubbel werk doen, niet de onderzoeken herhalen die bij de optometrist al zijn gedaan, maar dan moeten we wel op de kwaliteit kunnen vertrouwen en daar controle op hebben.” Voorn geeft aan dat de optometristen bij Oogzorgpunt allemaal klinische ervaring hebben. “In het ziekenhuis zie je allerlei pathologie, waardoor je veel ervaring krijgt in het herkennen daarvan. Dat kun je niet vergelijken met de oogproblemen die een optometrist bij een opticien tegenkomt.” Een kwaliteitssysteem voor optometristen staat nog wel op het wensenlijstje van de drie.

 

De toekomst: hoe kan dit zich verder ontwikkelen? 

Veraart, Hartveldt en Voorn zijn ervan overtuigd dat dergelijke samenwerking bijdraagt aan betaalbare zorg met een hoge kwaliteit, waar huisartsen, optometristen, oogartsen en patiënten blij mee zijn. “We willen dit model uitbreiden naar andere regio’s”, zegt Voorn. “Er is nog zoveel winst te behalen in het efficiënter organiseren van oogzorg. Geïnteresseerden kunnen zich bij mij melden.”

 

Wat hadden jullie eerder willen weten? 

Veraart: “Dat samenwerken met huisartsen niet vanzelf gaat. Je moet echt investeren in relaties en vertrouwen.” Hartveldt: “Dat de werkdruk niet afneemt, maar verandert. We hebben minder eenvoudige consulten, maar de zorgzwaarte is toegenomen.” Alle drie zijn het erover eens: “De patiënt staat centraal. Dit project draait om betere, snellere en efficiëntere oogzorg voor iedereen.” 

 

Wilt u meer weten over een mogelijke samenwerking met Oogzorgpunt? Neem dan contact op via de e-mail info@oogzorgpunt.nl.

 

Geleerde lessen:

  • Het belang van vertrouwen en communicatie tussen zorgverleners. 
  • De noodzaak van duidelijke verwijscriteria en het vermijden van commerciële belangen. 
  • Het belang van nascholing voor huisartsen en optometristen om de kwaliteit van de zorg te waarborgen. 

Verwachtingen voor de toekomst:

  • Uitbreiding van het programma naar andere regio's. 
  • Voortdurende verbetering van de samenwerking en zorgefficiëntie. 
  • Blijven investeren in opleiding en nascholing van zorgverleners om de kwaliteit van de zorg te waarborgen.

 

Deze link brengt u naar een website buiten het Roche-domein. Roche is derhalve niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.